vrijdag 27 april 2007

Druk motorcrossweekend voor de boeg.

Twee wedstrijden waar ik zeker naar toe ga als toeschouwer zijn nu zondag de 3e ronde van het United Telecom Trophy (of anders gezegd het BK) in Moerbeke-Waas en op dinsdag 1 mei, de Flanders Trophy in Tongeren.

Het circuit in Moerbeke-Waas is voor iedereen nieuw. Het ligt dit jaar immers op een andere lokatie (nu aan de overkant van de expresweg Brugge-Antwerpen) en oogt, op foto's althans, spectaculairder dan vorig jaar.Nu was dat ook niet moeilijk want het circuit kreeg heel wat kritiek te verduren van rijders (vooral dan "niet-Vlaanderaars") en toeschouwers.

Persoonlijk vind ik één weidecircuit in een BK van 8 wedstrijden niet onoverkomelijk. Tenslotte is deze wedstrijd zo een beetje de "GP der Vlaanders" en is het circuit representatief voor de Oost-en West-Vlaamse circuits. Toch begonnen ze in het Waasland stilaan te snappen dat het niet volstaat om twee weken op voorhand met de bouw van het circuit te beginnen. Daarom werd Alain Roels, oa ook de circuittekenaar van de jaarlijkse kerstcross in het nabije Stekene, aangetrokken.
Roels voegde "waves" en "rythm sections" toe aan het circuit, ook de tafelbergen leken me een hele verbetering ten opzichte van vorig jaar. Het circuit lijkt echter wel héél snel, hopelijk levert dat ook leuke wedstrijden op. De ondergrond lijkt me op het eerste zicht iets harder dan de zandbak van vorig jaar, maar ik kan het ook mis hebben.

Het deelnemersveld oogt ook bijzonder goed. Kevin Strijbos, Steve Ramon, Manuel Priem, Ken De Dycker, Christophe Pourcel, Marc De Reuver, Sven Breugelmans, Marvin Van Daele, Danny Theybers, Shaun Simpson. Ik begin al te likkebaarden als ik aan al het geboden spektakel denk.
Voor jongens als Steve Ramon, Manuel Priem, Marvin Van Daele en Jurgen De Kinder is dit een thuisrace. Enfin, een halve toch. Maken de West-Vlamingen tegenwoordig serieus de dienst uit in de top van het Belgische motorcross, dan is de Oost-Vlaamse inbreng erg beperkt. Bij mijn weten is Henk Thijs momenteel zowat de enige Oost-Vlaamse Inter MX1. En Thijs gaat niet echt meespelen vooraan, denk ik.

Bovendien moet je die "West-Vlaamse" inbreng ook met een korreltje zout nemen, want twee van de vier bovengenoemde rijders, "resideren" in de provincie Antwerpen.

In de MX2-klasse behoort Jan Blanquaert bij de outsiders. Opmerkelijk want, Blanquaert reed meer dan 25 jaar geleden al tegen toenmalige 125cc toppers als Eric Geboers en Mark Velkeneers. Na een zware rugblessure beschouwde hij een eventuele prof-carrière als voorbij en richtte hij zich op het amateur-motorcross in de BVM-federatie. Tussen 1985 en 1995 was Jan Blanquaert zeker de beste Belgische Amateur motorcrosser. Eind jaren '80 klopte hij haast wekelijks Guy Van Gijsegem. Achteraf bekeken heeft hij daar toch spijt van, niet zozeer van dat winnen, maar toch van het feit dat hij voor een gemakkelijkere route heeft gekozen.
Dat lees je in een interview op: http://www.2cmx.com

Wat Blanquaert anno nu betreft, ondanks zijn 47 jaar geeft de rijder uit Laarne (tiens, daar zitten blijkbaar "motorvirtuozen".) nog vaak zijn gemiddeld 25 jaar jongere tegenstanders het nakijken.
Respect!

De favoriet voor de zege in de MX2 klasse is echter Jeremy Vanhorebeek. De rijder uit de Brusselse rand, was zowat de enige MX2 Belg die behoorlijk scoorde in Spanje en Portugal.
Jonathan Banken en Gilles Dejong lijken de overige podiumkandidaten. Vooral Dejong zou wel eens voor spektakel op deze baan kunnen zorgen. De ranke Brusselaar is zonder twijfel, de meest technische Belgische rijder.
Hopelijk kan ook huidig Belgisch Kampioen MX2, Dennis Dierckx, één en ander laten zien. De Lierenaar moet na de niet-kwalificaties in Spanje en Portugal, dringend uit een ander vaatje beginnen tappen.
Info over de wedstrijd vind je op http://www.2cmx.com


Maandag is brugdag en rustdag, maar op dinsdag gaat het naar Tongeren.

In de oudste stad van het land wordt dan de eerste editie van de Flanders Trophy gereden. Het programma is misschien niet zo sterk als dat van het BK, maar mannen als Kevin Strijbos, Ken De Dycker en Christophe Pourcel moeten toch volk kunnen lokken. Of niet soms?
Bovendien is het circuit een atypische Vlaamse Omloop. Harde ondergrond en veel hoogteverschillen zijn de voornaamste ingredienten voor dit circuit dat wat weg heeft van Gallarate. (Italiaans circuit waarop Kevin Strijbos in 2004 zijn allereerste reekszege in de MX1 boekte) Strijbos won vorig jaar al in Tongeren toen de wedstrijd nog gewoon Vlaams kampioenschap heette.
Danny Theybers is de lokale favoriet. De enige andere Limburger bij de Inters is Yentel Martens. Het is ooit wel anders geweest. Vijf jaar geleden nog was Limburg een powerhouse met rijders als Stefan Everts, Marnicq Bervoets, Peter Iven, Danny Theybers, Johan Boonen. Nu lijkt Yentel Martens de énige wissel op de toekomst voor het "Bronsgroen Eikenhout". Voorlopig krijgt de zestienjarige Yentel nog het voordeel van de twijfel. Maar de boomlange Lommelaar mag wel eens slagvaardigheid op de harde circuits beginnen aan te kweken. In de drie eerste GP's van het WK MX3 scoorde hij alleen afgelopen zondag in Talavera De La Reina (Spanje).


Naast de "solo's" komen in Tongeren ook zijspannen aan de start. Ze rijden er hun tweede wedstrijd van het BK zijspancross. Zijspancross is in België een Vlaamse aangelegenheid. Volgens mij is er niet één Waalse rijder of bakkenist. Waarom weet ik eigenlijk niet. Misschien kunnen Walen niet zo goed in team werken? Enfin, ik verheug mij al op het ingehouden gebrul van de machtige 800cc tweetakt motorblokken.

Meer info over de wedstrijd in Tongeren op http://www.mx-tongeren.be

Lang Weekend


Ik kijk al volop uit naar dit (verlengd) weekend, want het belooft op motorsportgebied weer een topper te worden.

Op het moment dat ik dit schrijf zijn de jongens van het WK Superbike aan de slag in Assen. Voor de Belgische Superstock rijders, bij gebrek aan wedstrijd in eigen land, zowat hun thuiswedstrijd. Anders dan in de 15 voorgaande edities valt de WSB-race in Assen flink vroeger in het seizoen.

Wat de voorzitter van het TT-circuit, Jos Vaessen in Moto '73 ook mag zeggen over levensnoodzakelijke veranderingen aan het circuit, ik vind het maar niks.
Assen was één van de weinige circuits dat een eigen stijl had. Maar sinds de verbouwingen van vorig jaar lijkt het circuit gewoon een plakje van Tilkes eenheidsworst is. De Duitse architect Tilke is de ontwerper van de mastodontcircuits van Shanghai, Sepang en Bahrein. Circuits die één ding gemeen (gaap) hebben: saaiheid.
Gelukkig lijkt Tilke dat nu ingezien te hebben en leverde hij met Istanbul Motorsport Park (sinds kort het eigendom van ene B. Ecclestone) beter werk af. Maar dit geheel terzijde.

Terug naar de sport. Saai of niet er moet en zal geraced worden in Assen. De talrijke landgenoten die er een weekendje van maken, campings genoeg daar op de Drentse Hei, kijken waarschijnlijk al uit naar zondagvoormiddag. Dan komen Didier Van Keymeulen en Xavier Siméon, momenteel de beste Belgische wegracers, in actie in de FIM Superstock 1000 Cup. De vorige race van deze sensationele klasse, werd niet echt een succes voor de Belgen. Op het gevaar af om met René Vandereycken vergeleken te worden durf ik wel te stellen dat de Belgen in Valencia goed gereden hebben. Zowel Siméon als Van Keymeulen, Van Den Broeck en De Poorter klapten tegen het Spaanse asfalt maar wel telkens toen ze op een mooie positie reden.
Net als in Donington moest ook in Valencia de race na een rode vlag herstart worden. In Valencia was het Siméon die op droog weer banden op een natte plek weggleed en daarmee Baldovini onderuit haalde. En dan te zeggen dat Baldovini, die in Donington ook al crashte, voor het seizoen begon als favoriet gold.

Van Keymeulen deed wat hij gezegd had. Aanvallen, alleen werd de Laarnenaar niet beloofd voor zijn durf. Het zijn trouwens drukke tijden voor Didier die vorig weekend de 24 uren van Le Mans reed. Samen met zijn Australische Phase One "team-mates" Glen Richards en Warwick Nowland werd Van Keymeulen 9e. Iets zegt me evenwel dat dit team in de kortere wedstrijden van het WK Endurance voor het podium gaat meespelen.


Hetzelfde geldt voor Siméon die tot hiertoe al verbazend goed presteerde. Vergeet niet dat dit ook voor hem een leerjaar is. Maar aangezien de Franstalige wegracerij dringend op zoek is naar een nieuwe held, nu Sébastien Legrelle van de Internationale scene is afgeserveerd, zijn de verwachtingen hoog gespannen.


Assen lijkt ons voor zowel Van Keymeulen als Siméon ideaal om hun kunnen te demonstreren. Don't forget, de race komt zondagochtend live op Eurosport2 vanaf 10U30. Kijken dus!


Foto Didier Van Keymeulen (http://www.yamaha-racing.com)

Tussentijdse Balans MX2


Nu de kop van het WK Motorcross is, is het tijd om de voornaamste constateringen en trends eens op een rijtje te zetten.

We beginnen met het jonge geweld van de MX2 klasse.

Titelduel: Met 3 GP-zeges op rij nam Siciliaan Antonio Cairoli een serieuze optie op het wk in de MX2 klasse. Cairoli bewees dat hij werkelijk van alle markten thuis is door zich op 3 totaal verschillende circuits als beste te tonen. De Italiaan zou net als aartsrivaal Christophe Pourcel, serieus aan een carrière in de States denken. Als het hem blijft meezitten zien we niet in wie deze Cairoli van de wereldtitel zal houden. Zelfs "Cri Cri" niet.

De uitvaller die Christophe Pourcel in de tweede reeks van de Portugese GP liet optekenen zou hem wel eens erg zuur te staan kunnen komen. In de afrekening immers kan elk puntje meetellen. Pourcel rijdt weliswaar sterker, maar lijkt op dit ogenblik dat laatste beetje "panache" te missen. Vergeet evenwel niet dat Pourcel op dit ogenblik nog maar 5 outdoor-wedstrijden in de benen heeft. Wat in zijn voordeel speelt is wel het feit dat hij tussen de GP's in "spart" met de Belgische MX1 toppers in het BK.

Vive la France: Frankrijk is weer terug in de MX2 klasse. Naast "le patron", Christophe Pourcel dus, maken nog een aantal jonge Fransen de dienst uit in de lichte klasse. Denken we maar aan supertechneut Nicolas Aubin (een erg mooie rijstijl), Anthony Boissière en Pascal Leuret.

Deze laatste is wel een vreemd individu. Twee jaar geleden bekloeg hij er zich bij de commentators van AB Moteurs (De Franse satelietzender die de GP's live verslaat) dat hij het alleen moest rooien. Dat was nog in de MX1 klasse. Hij klopte toen in de eindstand nipt Ken De Dycker in de strijd voor de 8e plaats. Leuret vond zelf dat hij recht had op een zitje bij CAS Honda, maar uiteindelijk koos Honda MX coordinator De Dycker boven de Franse lastpak. Leuret vond als troostprijs onderdak bij het veel bescheidener Britse Multitek team.
Tussen "The Frog" en "les Rosbifs" boterde het echter nooit en dus verhuisde Leuret naar het nog bescheidener NGS (Nouvelle Génération Sport) van Fransman Bruno Losito.
Het is tekenend voor de huidige precaire situatie van de niet-fabrieksrijders in het WK dat Leuret niet eens een loon ontving bij NGS. Gelukkig kon hij rekenen op een behoorlijk contract met "Shot" een Franse fabrikant van motorcrosskleding, om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Ook daar liep het naar Leurets mening niet echt lekker en dus ruilde hij vorige week NGS in voor een eigen team. Terug naar af zeg maar. En toch slaagde Leuret er in om zondag op het podium te eindigen. Petje af voor dit moeilijk karakter!

De Belgen: De 4 belgen die in het WK MX2 aan de slag zijn kunnen we grosso modo in twee groepen indelen. Diegenen met punten en diegenen zonder punten. In de eerste groep zitten Jeremy Van Horebeek en Dennis Verbruggen, in de tweede Tom De Belder en Dennis Dierckx. Dierckx slaagde er zelfs niet in om zich te kwalificeren in Spanje en Portugal. Vreemd voor iemand die zich vorig jaar wel kon kwalificeren op de aartsmoeilijke omloop van de Citadel in Namen.
Van Horebeek mag stilaan als de beste MX2 Belg beschouwd worden. De Pajot leidt niet voor niets het BK MX2 en scoorde als enige in elke GP punten. Bovendien maakte hij vorige week forse indruk door tijdens de eerste reeks in Bellpuig (GP Spanje) op een zwaar en aartsmoeilijk moddercircuit 9e te eindigen. Het moge duidelijk zijn dat Van Horebeek nog wel gaat verbeteren. Toch verzamelde de KTM-rijder maar evenveel punten als Dennis Verbruggen. Scoorde Verbruggen nog volop en tijdens beide reeksen, in Valkenswaard dan moest hij op de hardere Iberische banen met minder genoegen nemen.
Bovendien stond er hem nog een diskwalificatie te wachten na de tweede reeks van de Portugese GP. Verbruggen zou hulp van buitenaf gehad hebben en verloor zo zijn 2Oe positie en ene schamele puntje. Het feit dat zijn "dauphin" van het EK 2006, Fransman Steven Frossard wel volop punten scoort moet pijn doen.

Tom De Belder is dan weer een verhaal apart. De Heistenaar heeft klasse genoeg om zich in theorie altijd te kunnen plaatsen, maar toch lukt dat in de praktijk niet altijd. In Spanje reed hij een zeer goede kwalificatie maar zaten er net als in Valkenswaard toch geen punten in. In Portugal reed hij tijdens de kwalificatie pardoes op Swanepoel en dat betekende meteen einde oefening.

Alle hoop is echter niet vervlogen. De volgende GP wordt in het Noord-Italiaanse Mantova gereden op een circuit dat de jonge Belgen wel moet liggen. Maar later meer daarover.


De Yanks: De absolute teleurstelling van de beginfase van dit wk zijn zeker de Amerikanen Ryan Mills en Sean Hamblin. Beiden werden met veel tromgeroffel in hun respectievelijke teams binnengehaald maar moeten na 3 GP's toegeven dat het niveau van het WK dat van de AMA Nationals (Amerikaans Outdoor kampioenschap). Geen van hen slaagde er trouwens in om zich te kwalificeren in de modder van Bellpuig. Het excuus luidt steevast: "tijdtrainingen kennen we niet in de States". Trainen, jongens, trainen.
Photocredit Cairoli (http://www.yamaha-racing.com)


MX Round-Up: Balans MX1

Na 3 ronden in het WK motorcross MX1 is het nog te vroeg om te denken dat het kampioenschap in zijn definitieve plooi is gevallen. Toch even een paar opvallende tendensen op een rijtje zetten.

Coppins: Joshua Coppins werd na het vertrek van Stefan Everts als groot favoriet voor de wereldtitel aangekondigd. Voorlopig zit de Nieuw-Zeelander perfect op schema. Coppins won 4 van de tot hiertoe 6 verreden manches. Bovendien werd hij in de overige 2 manches telkens 2e. De mentale tik die hij in Portugal van Kevin Strijbos kreeg en de "kleine" blessures die hem momenteel parten spelen zouden in de toekomst weleens zwaarder kunnen gaan doorwegen.

Strijbos: Kevin is dé man van het ogenblik. In Valkenswaard kon hij de schade beperken ondanks een recente knie operatie. In Neeroeteren en Wuustwezel etaleerde hij een ongeziene snelheid. In Bellpuig moest hij nog de duimen leggen voor Coppins maar in Portugal was het raak. Opvallend is wel dat Strijbos meer lef dan ooit toonde. Dat zou wel eens aan het verdwijnen van Stefan Everts kunnen liggen. Blijkbaar had de superkampioen een verstikkende uitwerking op zijn jonge Belgische tegenstanders. Zoals verwacht streden Strijbos, Ramon en De Dijcker in de eerste GP's van het seizoen voor de titel van "Top Dog". Na de tegenvallende resultaten van deze laatste twee in Bellpuig stond Strijbos met veel vertrouwen aan de start in Agueda. The rest is history..

Priem: Eén van de revelatie van dit seizoen is alvast Manuel Priem. De West-Vlaming moest twee jaar geleden nog knokken voor zijn toekomst als prof-crosser. Vorig jaar katapulteerde Priem zich voor het eerst in de top-10, door als 8e het WK seizoen af te sluiten. Een fabriekscontract bij het Italiaanse TM was de beloning. Bij TM vond Priem trouwens gouwgenoot Patrick Heydens als chef-mechanieker terug. Het is alvast een voordeel als je in je moedertaal met je team kan communiceren. Een voordeel dat nu blijkbaar zijn vruchten afwerpt. Priem miste nipt het podium in Portugal, maar dat hoeft niet te verbazen want ook vorig jaar reed Priem een goede wedstrijd in Agueda.

Kawasaki: Kawasaki is back! Twee jaar geleden waren de groene machines erg zeldzaam achter het starthek van een GP. Een flink aantal teams koos voor Kawasaki. Het fabrieksteam van Jan De Groot heeft met Tanel Leok wel een potentiele GP kandidaat in huis maar races zijn iets anders dan kwalificatiesessies. Ook Leoks ploegmaat, Billy McKenzie heeft blijkbaar nog aanpassingsproblemen aan zijn nieuwe klasse. In Agueda reed hij wel aardig in reeks 1 maar de vermoeidheid kreeg na 35 minuten toch de bovenhand. Niettemin ziet de MX1 klasse er na de goede prestaties van Sébastien Pourcel en Thomas Allier er terug een stukje groener uit.


Teleurstellend: De prestaties van Steve Ramon, Ken De Dycker en Steve Ramon vielen tegen. Ramon stond in Valkenswaard wel op het podium maar kon zich in Spanje en Portugal geen enkele keer met de strijd vooraan bemoeien. Wie er echter de resultaten van vorig jaar op naslaat weet dat Ramon toen ook niet uitblonk op het Iberische schiereiland. Misschien moet het beste nog komen?
De Dycker begon als een kanonbal aan de GP van Valkenswaard, maar verloor zienderogen aan vaart. Wie de afgelopen GP's De Dycker aandacht volgde op TV, kon zien dat hij te pas en te onpas zijn linkerarm trachte los te schudden. Armpump heet zoiets in het vakjargon. Voeg daarbij nog eens een sluimerende knieblessure bij en je hebt een verklaring voor De Dyckers mindere prestaties. Marvin Van Daele tenslotte verkeerde in de vorm van zijn leven tot hij in de week voor Valkenswaard geveld werd door griep. Met veel pijn en moeite wist hij enkele puntjes te puren uit de eerste GP. Maar ook in Bellpuig was het nog zoeken voor Van Daele. In Agueda bleek toch dat hij zijn oude niveau stilaan terug vond.

Honda: We zeiden het al eerder in bovenstaand stukje de resultaten van Ken De Dycker vallen tegen. De klappen die de kopman krijgt, staan symbool voor Honda in dit WK. Waarom men bij CAS Honda Mike Brown binnen haalde is mij nog altijd onduidelijk. Twee jaar geleden probeerde Brown het ook al bij het ondertussen ter ziele gegane RWJ team. Maar betalingsproblemen deden de Amerikaan na twee GP's al opstappen, net op tijd om nog een hoofdrol te kunnen spelen in het Amerikaanse Outdoorkampioenschap. Over de resultaten van het andere officiële Honda team, Martin Honda, zullen we het maar niet hebben. Het is tekenend voor "Big Red" dat alle beschikbare middelen naar de High-tech vitrine die MotoGP toch is gaan. Het bedrag dat Honda Europe dit jaar in zijn motorcrossprogramma investeert is bespottelijk laag. Bovendien moet een rijder als De Dycker niet eens op wat extra geld van de Belgische Hondavestiging rekenen. Daar investeert men liever in "has beens", maatjes van de grote baas.

TV: Er valt veel te zeggen over Giuseppe Luongo en zijn bedrijf, Youthstream, maar de tv-coverage is dit jaar beter dan ooit. Luongo nam in de aanloop naar het nieuwe GP-seizoen een nieuwe Italiaanse partner onder de arm om het WK in beeld te brengen. En het dient gezegd, het beeldmateriaal kan de vergelijking met heel wat grotere kampioenschappen doorstaan. Leuk was ook dat men in Agueda de protagonisten kort aan het woord liet toen ze achter het starthek stonden. Misschien een bijkomende stressfactor voor sommige rijders, maar het hoort nu eenmaal bij de job. Wat de actiebeelden en close-ups betreft laat de coverage van het WK MX die van het WK Superbike ver achter. De aanrijding tussen Christophe Pourcel en Tommy Searle in Valkenswaard, het jubeldansje van Cairoli in Bellpuig of de non-verbale communicatie tussen Strijbos en Coppins in Agueda, het kwam allemaal haarscherp in beeld.